Netwerk van liefde

Hoop en liefde - lezing van de bisschop over het religieuze leven

Door: Bisdom Rotterdam vrijdag 07 februari 2025

Foto: Bisdom Rotterdam

Voordracht op de dag van het (God) gewijde leven

Op zaterdag 1 februari hield bisschop Van den Hende op uitnodiging van Mgr. Van Burgsteden sss een voordracht op de ontmoetingsdag voor religieuzen in het bisdom Haarlem-Amsterdam. Het bisdom Haarlem-Amsterdam vierde de dag van het (God) gewijde leven bij de zusters van de Voorzienigheid in Heemstede. De dag van het (God) gewijde leven wordt gevierd sinds 1997 op het feest van de opdracht van de Heer in de tempel (Lucas 2, 22-52).

Op uitnodiging van Mgr. Van Burgsteden is het onderwerp van de inleiding door bisschop Van den Hende: niets dan liefde schuldig. De woorden zijn ontleend aan de brief van Paulus aan de Romeinen. In Romeinen 13, 8 schrijft de apostel Paulus: “Zorgt dat ge niemand iets schuldig zijt. Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde.”

In zijn inleiding verbindt bisschop Van den Hende dit met het Heilig Jaar “Pelgrims van hoop”. Paus Franciscus stelde in zijn bul voor het Heilig Jaar een andere zin uit de brief aan de Romeinen centraal: “de hoop wordt niet teleurgesteld” (Romeinen 5, 5). Bisschop Van den Hende: “Waarom wordt de hoop niet teleurgesteld? De hoop wordt niet teleurgesteld -zo vervolgt de brief aan de Romeinen in vers 5, 5- ‘want de liefde (agapè) van God is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest (die ons werd geschonken).’ Dus hoop en liefde houden verband met elkaar. We kunnen hoop hebben, de hoop bewaren, juist omdát de liefde van God in ons hart is uitgestort door de Heilige Geest.”

“We kunnen hoop hebben, de hoop bewaren, juist omdát de liefde van God in ons hart is uitgestort door de Heilige Geest.”

“De liefde van God die we in Christus hebben leren kennen is de bron van onze christelijke hoop”, zegt de bisschop. Hij spreekt over bijbelteksten over de liefde en noemt met name passages uit de eerste brief van Johannes. Deze werd in de kersttijd meermaals gelezen in de eucharistievieringen. Teksten over de hoop uit 1 Johannes die de bisschop noemt zijn onder meer: “Wat liefde is hebben wij geleerd van Christus: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven” (1 Johannes 3, 16). “Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete daden” (1 Johannes 3, 18). “Laten wij elkaar liefhebben want de liefde komt van God” (1 Johannes 4, 7).

“De liefde van Christus is leidend in ons leven als christenen”, vervolgt de bisschop. “Trouw blijven aan de liefde van God gaat niet vanzelf. De liefde moet ook groeien en is als een zaadje in ons hart gelegd. Daarom is het nodig om: te luisteren naar het woord van God en het te volbrengen, de sacramenten te vieren (vooral de eucharistie), je toe te leggen op het gebed, met de nodige zelfverloochening elkaar te dienen, en de deugden te beoefenen. Niets dan liefde schuldig (cf. Lumen Gentium 42).”

“Heel bijzonder in het religieuze leven heeft die liefde een centrale en onmisbare plaats”, zegt de bisschop. Hij spreekt over het religieuze leven en “het bouwen en bijdragen aan de Kerk als gemeenschap, als communio”. De bisschop geeft daarbij aan dat synodaliteit dienstbaar is aan de communio. “We zijn geroepen om de weg van de onderlinge liefde sámen af te leggen. Samen op tocht gaan vanuit en met de Heer”, aldus de bisschop. “Groeien in onderlinge liefde is een gezamenlijke weg die we moeten afleggen. Zo is synodaliteit (sun-hodos: samen-op-weg) dienstbaar aan de communio in en van de Kerk.”

Religieuzen zijn geroepen om samen als tochtgenoten van andere gelovigen op weg te gaan, zegt de bisschop, waarbij de onderlinge liefde mag blijven groeien.

“Heel bijzonder in het religieuze leven heeft die liefde een centrale en onmisbare plaats.”

“De Kerk van Christus met haar onderlinge betrekkingen is ten diepste een netwerk van liefde”, zegt de bisschop, “waarbij de gemeenschap van de Kerk van Christus er niet is omwille van zichzelf. Paus Paulus VI (1963-1978) benadrukte dat wij als de leden van de Kerk als netwerk van liefde geroepen zijn om te bouwen aan een beschaving van liefde. Beschaving van liefde wil zeggen dat de wereld waarin wij leven door onze inzet steeds meer de contouren krijgt van het koninkrijk van God.”

In dit verband deelt de bisschop zijn herinneringen aan de zusters Franciscanessen van de heilige Familie (gesticht in 1857 in Eupen) die in zijn jeugd woonden en werkten in Groningen. “Hun leven en werken als religieuzen heeft mij destijds enorm geraakt. Het was een kleine communiteit van oudere kwetsbare zusters. Decennialang waren zijn actief geweest in de wijkverpleging en zij namen een aantal zieken op in hun huis, in huize Sint Liduina.”

“De zusters maakten met hun charisma zichtbaar deel uit van de parochie en van de buurt om hen heen. Zij waren met hun inzet een zichtbaar teken en instrument van de liefde van God.” De bisschop vertelt over de zusters als “vrouwen van gebed” die samen hun getijden baden en met de parochie de eucharistie vierden. Hun leven als gemeenschap van religieuzen “liet zien dat het bewaren van de onderlinge liefde zowel als opdracht deel uit maakte van hun religieuze roeping en ook bij uitstek voor hen een krachtbron was.” De bisschop vertelt hoe zij samen hun verschillende talenten met liefde inzetten voor het geheel.

“Voor veel mensen was de onderlinge liefde en waren de daden van liefde van de zusters werkelijk een teken van hoop. De liefde van Christus werd zichtbaar in hun liefde”, zegt de bisschop tot slot, waarna hij vanuit het aangereikte onderwerp “niets dan liefde schuldig” afsluit met drie vragen ter overweging:

  • Als onze liefde, als religieuzen en gelovigen, tekortschiet, zijn we dan geneigd om onze roeping op te geven, of durven we ons klein te maken en de Heer opnieuw te vragen om zijn barmhartigheid? Zo doen wij in gelovig vertrouwen ten diepste een beroep op Gods liefde als fundament en bron van onze liefde.
  • Ben ik werkelijk in staat om mij in liefde te verheugen over de verschillende talenten en gaven van mijn medebroeders en -zusters, of leg ik vooral de nadruk op hun tekorten?
  • Kan ik als persoon van harte mijn leven en roeping (als religieus) zien als een (kostbare) bijdrage en als deel van het geheel van de gemeenschap van de Kerk om in liefde samen de zending van de Heer in de wereld van nu met vrucht te vervullen?

Lees ook op de website van Mgr. Hendriks: Dag voor religieuzen gevierd bij zusters Voorzienigheid in Heemstede

Deel dit item

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Aanmelding aan het verwerken
Er is iets fout gegaan bij het aanmelden
Bedankt voor je aanmelding
× Deze popup niet meer weergeven