Het RK Stadsdiaconaat in Delft organiseerde op woensdag 18 december een viering met gebed en zang voor bezoekers van diaconaal centrum De Jessehof, een oecumenische samenwerking in Delft. Bisschop Van den Hende was hierbij aanwezig en nam deel aan de voorafgaande ontmoeting in de zaal naast de kerk evenals de burgemeester van Delft, mevrouw Marja van Bijsterveldt.

Het kerstevangelie wordt gelezen over de geboorte van Jezus (Lucas 2, 1-20). Diaken Melchior Kerklaan leidt de viering met als thema: samen naar de stal. “Komt allen tezamen” is een van de eerste liederen die worden gezongen. Diaken Melchior Kerklaan vertelt over de herders en de schapen in de kerststal. “Schapen vormen een kudde, ze zijn samen. En ook voor ons mensen geldt dat het niet de bedoeling is dat we alleen en eenzaam zijn”, zegt hij.

Diaken Melchior Kerklaan: “We zijn op aarde om samen te zijn. En juist ook met Kerstmis zoeken we elkaar op. We zien dat in onze wereld mensen vaak tegenover elkaar staan. Onze wereld heeft de boodschap van Kerstmis, samen bij de stal, hard nodig. De herder en ook de wijzen uit het Oosten komen naar Jezus toe. Zo klein als Hij is, breng Hij mensen bij elkaar.”

Iedereen is daarna uitgenodigd om naar voren te komen een kaarsje aan te steken. Langzaam vullen de trappen van het priesterkoor zich met de kleine lichtjes. Bisschop Van den Hende spreekt daarna de zegen uit. “Het is fantastisch om vandaag met u samen te bidden om vrede en dat we het licht niet zelf hoeven te maken, maar het mogen ontvangen van Jezus, om het in ons hart te bewaren en met elkaar te delen”, zegt de bisschop.

De bisschop heeft vanuit Rotterdam een kaars meegenomen die hij overhandigt aan diaken Melchior Kerklaan. “Vanaf Kerstmis vieren we wereldwijd in de Katholieke Kerk het Heilig Jaar, voor vrede en verzoening en vernieuwing van de harten”, zegt de bisschop. “Het Heilig Jaar heeft als thema ‘Pelgrims van hoop’. Jezus is de bron van onze hoop. Vanaf Kerstmis mogen we met zijn licht op weg gaan als pelgrims in het nieuwe jaar. We mogen de weg gaan van de christelijke hoop, waarvan jij in je werk als diaken en ook in deze viering hebt getuigd.”