Netwerk van liefde
De bisschop had een gesprek en ontmoeting met bewoners, de locatiemanager en geestelijk verzorger
Op dinsdag 22 oktober bezocht bisschop Van den Hende samen met bisschoppelijk gedelegeerde Emile Boleij Woonzorgcentrum De Mantel in Voorburg. Het woonzorgcentrum biedt zorg aan mensen met dementie of lichamelijke klachten en is onderdeel van Florence. Emile Boleij is bisschoppelijk gedelegeerde voor het categoriale pastoraat en onderhoudt namens de bisschop de contacten met geestelijk verzorgers in de zorg die werken met een zending van de bisschop.
“Er is wel eens misverstand”, zegt de bisschop tegen locatiemanager Ilse van Reenen. “Mensen denken soms dat geestelijk verzorgers met een zending vanuit de Katholieke Kerk alleen werkzaam zouden zijn voor katholieke bewoners. Dat is niet zo. Zij willen juist dienstbaar zijn aan alle bewoners.” De bisschop en de locatiemanager spreken elkaar in de grote Maartenszaal die ook dienst doet als gebedsruimte. Geregeld worden er vieringen gehouden.
Geestelijk verzorger Marion Claassens wijst de bisschop op de kleine afgezonderde ruimte bij de zaal waar het heilig Sacrament wordt bewaard in een tabernakel met daarbij een brandende godslamp. Ervoor staat een stoel voor wie er in stilte wil bidden. Aan de muren van de grote zaal hangen kruiswegstaties. In de hoek staat een Mariabeeld waar mensen een kaarsje aan kunnen steken. Daarbij ligt ook een intentieboek.
Florence is de koepel waaronder De Mantel valt. Florence als zodanig bestaat dit jaar twintig jaar. De Mantel viert op 11 november (de feestdag van Sint Maarten) het vijftigjarig jubileum. Maar de 144 bewoners zelf spannen de kroon. De bisschop ontmoet deze middag een echtpaar dat al zeventig jaar bij elkaar is en twee spraakzame vrouwen die op korte termijn hun honderdste verjaardag zullen vieren. Een enkele bewoner maakt de bisschop ook deelgenoot van haar zorgen vanwege een aanstaande operatie en vraagt om zegen en gebed.
De naam “De Mantel” verwijst naar de katholieke wortels van het huis. Sint Maarten (316-397) deelde als soldaat zijn mantel met een arme naakte man die hij bij een stadspoort van Amiens ontmoette. De bewoners van het huis zijn voor het merendeel katholiek of protestant. De samenstelling weerspiegelt de wijk waarin het huis gevestigd is, zegt Ilse van Reenen.
Bisschop Van den Hende dankt Ilse van Reenen en Marion Claassens voor het welkom. “Het werk van de geestelijk verzorgers in de huizen is belangrijk”, zegt de bisschop. “Het is betekenisvol werk voor mensen die op leeftijd zijn gekomen en iets mankeren waardoor ze niet meer thuis kunnen wonen. Er wordt een luisterend oor geboden en gelegenheid tot gebed.”
“Als je werkt in de zorg doe je dat vanuit je hart”, benadrukken Marion Claassens en Ilse van Reenen. Ilse van Reenen vertelt over de katholieke wortels van het huis en de sfeer waaraan de medewerkers bouwen voor de bewoners. Zij doen dat samen met vrijwilligers. “Daar zijn er veel van”, vertelt de locatiemanager, “met name mensen uit de wijk, en zij zijn heel hard nodig.” Vanuit De Mantel wordt ook thuiszorg verleend aan mensen in de wijk. De overheid stimuleert dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dat is mooi, omdat mensen zo lang mogelijk regie houden op hun eigen leven. Maar het kan ook veel vragen, legt ze uit, van de persoon zelf en mantelzorgers zoals echtgenoten en kinderen.
De term “mantelzorgers” is ontleend aan de mantel van Sint Maarten. Ilse van Reenen vertelt over de situatie van mantelzorgers, de zorg die ze hun echtgenoot of ouder willen geven, dat dit op een gegeven moment ook te zwaar kan worden en de tegenstrijdige gevoelens waar mensen mee te maken krijgen als iemand wordt opgenomen in het huis. De geestelijk verzorger heeft een belangrijke rol, benadrukt ze. Samen met het maatschappelijk werk kan zij helpen om mensen te laten landen in hun nieuwe situatie.
Het feit dat mensen pas later in het huis komen wonen met een zwaardere gezondheidsindicatie betekent dat ze er in de regel korter wonen. Voor de medewerkers betekent dit dat er korter de tijd is om samen met mensen op te trekken. “Het betekent ook dat we de tijd dat de mensen bij ons zijn zo goed mogelijk willen laten zijn”, zegt Ilse van Reenen. “Door de manier waarop we zorg verlenen. Maar ook door dingen goed te vieren, zoals binnenkort Kerstmis maar in november eerst het vijftigjarig bestaan.”
Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.