Vronesteyn: Halverwege het ‘Kom en zie-jaar’
‘Tot zover lijkt de tocht wel een beetje op die van de Wijzen uit het Oosten’
image

De decembernieuwsbrief van Vronesteyn is verstuurd. Met daarin het nieuws over de kerstactie van Vronesteyn en een voortgangsbericht over het ‘Kom en zie-jaar’.

Twaalf jonge mannen volgen het traject van ‘Kom en Zie’ in 2025-2026. Negen maanden maken zij tijd vrij om met de onderscheiding van hun roeping is bezig te zijn. Maandelijks komen ze bij elkaar in Vronesteyn en delen hun ervaringen. Wekelijks houden ze een uur van gebed waarin ze met teksten uit het evangelie en vragen over hun roeping bidden. Een keer in de zes weken spreken ze met hun geestelijk begeleider.

Het is de vierde keer dat in het bisdom Rotterdam ‘Kom en zie’ wordt aangeboden. In enkele andere bisdommen is het initiatief overgenomen.

In het bisdom Rotterdam wordt ‘Kom en Zie’ dit jaar voor het eerst tweetalig gegeven: Nederlands en Engels. Ongeveer de helft van de deelnemers komt uit een ander land, waaronder Polen, Italië en Engeland. De inleidingen bij de maandelijkse bijeenkomsten worden over het algemeen in het Engels gegeven. Voor de gesprekgroepen erna is gekozen voor een Nederlandstalige en Engelstalige groep.

Een open en beschikbaar hart

“‘Kom en Zie’ wil vooral helpen om een open en beschikbaar hart te hebben voor de Heer. Hij is het die roept”, aldus de nieuwsbrief. “Onze roeping is niet een optelsom van mogelijkheden en wensen, of een afstreeplijstje wat wel en wat niet aantrekkelijk lijkt. Het vraagt in alle eerlijkheid staan tegenover de Heer met je eigen mogelijkheden, beperkingen en wensen. Door de wekelijkse tijden van gebed te volgen, kan de Heer langzaam zijn roeping onthullen totdat zijn stem duidelijk klinkt.”

‘Kom en Zie’ is nu bijna halverwege. “In de eerste helft van het traject gaat het er vooral om vertrouwd te raken met de wijze van onderscheiden, bidden en delen met de geestelijk begeleider. En deze eerste maanden stond de vraag centraal of we echt beschikbaar zijn voor Gods roepstem, of zoeken we nog te veel onze eigen wensen.”

“Tot zover lijkt de tocht wel een beetje op die van de Wijzen uit het Oosten. Ze lieten zich aanvankelijk leiden door de ster, maar dachten zelf dat ze in Jeruzalem moesten zijn! Gelukkig was God bereid om ‘de verkeerde afslag’ te corrigeren en opnieuw de ster als gids aan hen te laten zien. Toen kwamen waar ze moesten zijn, bij de Heer en zijn Moeder.”