Vicaris-generaal Van Deelen en algemeen econoom John Bakker roepen per brief parochies op om na te denken over maatregelen om het energieverbruik terug te dringen en parochianen hierover te informeren. “Het is belangrijk om besparende maatregelen, als bijvoorbeeld niet of minder stoken, goed en tijdig te communiceren met parochianen. Vertel de reden, hoe mensen kunnen anticiperen en ook hoe ze kunnen helpen door de parochie financieel waar mogelijk extra te ondersteunen”, aldus de algemeen econoom.

“Communiceer duidelijk met kerkgangers, zodat zij weten waar ze aan toe zijn en waarom dat zo is”, zegt ook vicaris-generaal Van Deelen. “Sinds de algemene introductie van centrale verwarming - ook in alle kamers van onze huizen - zijn we daaraan gewend en gehecht geraakt. Nu moeten we wennen aan een nieuwe situatie, waarin extra warme kleding weer verstandig en nodig is.”

“Wij begrijpen van parochies dat zij het liefst standaard maatregelen van ons zou willen vernemen die een hoog rendement hebben”, aldus de vicaris-generaal. “Maar wat voor het ene gebouw een uitstekende oplossing is, kan voor een ander gebouw juist een verkeerde keuze zijn, zeker daar waar er monumentale waarde in het geding is.” Hij wijst erop dat veel kerkgebouwen beperkt gebruikt worden en zegt: “Veel maatregelen vragen een hoge investering met een zeer lange terugverdientijd, wat voor veel locaties misschien niet verstandig is.”

In een brief die op 29 september is verstuurd worden daarom een aantal kleinschalige maatregelen voorgesteld die relatief eenvoudig te nemen zijn:

• Bouwkundige maatregelen, zoals het dichten van kieren, het plaatsen van deurdrangers, het isoleren van verwarmingsleidingen en dergelijke. Dit zijn maatregelen die zorgen voor minder warmteverlies en ook voor minder “tochtbeleving”, wat een aangenamer binnenklimaat oplevert
• Het stookseizoen wat later beginnen en eerder beëindigen. Waarbij overigens geldt dat het voor de bouwkundige staat van het kerkgebouw en het interieur het beste is als de temperatuur niet onder een minimum van 8 graden komt. Waar het gaat om stoken en kerkorgels heeft de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) een publicatie die ingaat op de vraag naar kerkorgels en het binnenklimaat
  
• Het gebouw in ieder geval niet hoger verwarmen dan 14-15 graden en een opwarmsnelheid van 1 tot 1,5 graad per uur aanhouden, zodat vocht uit de lucht geen bouwkundige problemen zal verzorgen
• Een vooraf ingesteld verwarmingsprogramma niet zomaar laten draaien, maar de verwarming telkens afstemmen op de actuele weersituatie
• Fleece dekens of iets dergelijks aanschaffen voor de kerkgangers
• Onderzoeken of er LED-lampen in de huidige armaturen kunnen (eventueel met kleine aanpassingen), omdat dit een behoorlijke besparing op energie kan opleveren
• Wanneer het aantal kerkgangers op zondag beperkt is in aantal, kijken of er in de wintermaanden een kleinere alternatieve ruimte is. Of de vieringen van twee kerkgebouwen, met ieder een beperkt aantal kerkgangers, samen te voegen in één viering in één kerkgebouw, bijvoorbeeld per zondag om en om