Geloof en zorg
Door zorg voor de naaste kunnen we ons geloof als christenen heel bijzonder in woorden en daden naar voren brengen
God legt liefde in ons hart. We worden geroepen die liefde te verbreiden en netten van naastenliefde te knopen. Die liefde, die méér is dan emotie of gevoel, is de rode draad die door de sociale leer van de Kerk loopt. Het is een liefde met verantwoordelijkheid en verplichting, die het geweten vormt van de mens, en die nauw samenhangt met de twee voornaamste geboden die de Heer ons heeft voorgehouden: “Gij zult de Heer uw God liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf ” (Matteüs 22, 36-40).
In de Jakobusbrief lezen we: “Broeders, wat baat het een mens te beweren dat hij geloof heeft, als hij geen daden kan laten zien? Kan zo’n geloof hem soms redden? Stel dat een broeder of zuster geen kleren heeft en niets om te eten, en iemand van u zou zeggen: ‘Geluk ermee! Houd u warm en eet maar goed,’ en hij zou niets doen om in hun stoffelijke nood te voorzien - wat heeft dat voor zin? Zo is ook het geloof, op zichzelf genomen, zonder zich in daden te uiten, dood” (Jakobus 2, 14-17).
De dienst aan de naaste is een onmisbare uiting van ons geloof en heeft alles te maken met geloofwaardigheid.
Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.