Twee migrantenparochies in de stad Rotterdam hebben op zaterdag 13 mei 2017 hun diaconale gezicht getoond aan de deelnemers van de jaarlijkse Projectentocht van de Diocesane Caritasinstelling en het bisdom Rotterdam.
’s Ochtends werden de deelnemers gastvrij ontvangen door de vrijwilligers van de stichting Nuestra Casa, die gelieerd is aan de Spaanssprekende parochie. In de Rotterdamse regio leven zo’n 12.000 Spaanssprekende mensen. Nuestra Casa wil hen effectief de weg wijzen in de Nederlandse samenleving, met name de nieuwkomers. Het werk van Nuestra Casa bestaat uit drie pijlers: het Open Huis met een inloopspreekuur, de werkgroep Vrouwenondersteuning met veel aandacht voor begeleiding, workshops en Nederlandse les en de bezoekgroep, die huisbezoek doet en groepsactiviteiten organiseert. In totaal zijn er zo’n zestig vrijwilligers actief.
’s Middags toog het gezelschap naar Delfshaven, waar de Portugeessprekende parochie is gevestigd. Een op de tien bewoners van deze deelgemeente is afkomstig uit Kaapverdië. In 2016 verbleven ruim 22.000 Kaapverdianen legaal in Nederland, waarvan driekwart in Rotterdam. Het werkelijke aantal zal hoger liggen. Veertig procent is hier geboren. Veel mensen werken in laagbetaalde banen. Het opleidingsniveau van de tweede en de derde generatie stijgt. Hoewel de band met Kaapverdië sterk is, zien met name de jongeren toch hun toekomst hier liggen: “we zijn Kaas-verdianen.”
De parochie is momenteel hard bezig met het verstevigen van de eigen organisatie, inclusief het opzetten van een structuur voor Kerkbalans. Ook wil men de diaconale stichting Emanuel, die de afgelopen jaren wat is ingeslapen, nieuw leven inblazen. Die kan zich dan met name gaan richten op de sociale activiteiten, zowel voor ouderen als voor jongeren.
Kaapverdiaanse parochie, met links pater Th. Wubbels
De deelnemers aan de projectentocht hebben het een waardevolle ontmoeting gevonden. Ze kregen meer inzicht in de leefwereld van de Spaanssprekende en Portugeessprekende bewoners van Rotterdam, een doelgroep waar ze als PCI-bestuurder niet dagelijks mee te maken hebben.