Inspiratie
De bisschop roept in zijn homilie op om een nieuw begin te maken, nu de kerk is gewijd
Op zondag 7 juli wijdde bisschop Van den Hende de herbouwde kerk in Hoogmade. De Kerk Onze Lieve Vrouw Geboorte werd op 4 november 2019 door brand verwoest. Nu, ruim viereneenhalf jaar later, staat er een nieuwe kerk. “Opnieuw mag de kerk met zijn markante toren omhoog wijzen als een aansporing om niet ons leven horizontaal te zien, maar om ook rekening te houden met onze goddelijke oorsprong, met onze band met de Heer”, zegt bisschop Van den Hende in de eucharistieviering met de wijding van de kerk en het altaar.
“Ook al is het een feestelijke dag, voor velen van u is de schrik en is de angst van toen de kerk in brand stond nog lang niet vergeten”, preekt de bisschop deze ochtend als velen zich hebben verzameld in de kerk. “In de pers was men er vrij snel bij door te zeggen: nou, dat wordt niks meer, er staan alleen nog maar muren. Maar ik weet dat in uw parochie veel mensen dachten: de muren staan er nog, het glas is niet half leeg, maar half vol.”
“Het was niet vanzelfsprekend om de kerk te herbouwen”, vervolgt hij. “Er was veel enthousiasme en velen gaven bij voorbaat al het groene licht. Maar dan ben je er nog niet. De vraag komt ook: Kunnen wij als geloofsgemeenschap hier ter plaatse opnieuw de kerk opbouwen en onderhouden? Kunnen wij als geloofsgemeenschap ter plaatse hier met voldoende mensen komen om te bidden, het woord van God horen en de sacramenten vieren? Op een gegeven moment kreeg ik met Kerstmis 150 keer dezelfde kaart. Ik moet u zeggen, het leek een kleine intimidatie. Zo van: wij zijn er nog en we zijn vitaal en bisschop waag het niet om niet mee te werken aan het herbouwen van de kerk. Maar weet, het hangt niet alleen van de bisschop af. Het hangt vooral af van of mensen het samen voor elkaar kunnen krijgen om opnieuw te bouwen.”
De bisschop deelt enkele persoonlijke herinneringen aan de oude kerk, zoals de grote preekstoel die er was met een beeld van een van de martelaren van Gorcum. De brand was verwoestend en ook de preekstoel ging verloren. “Bijzonder was dat het tabernakel met daarin het sacrament van de eucharistie was bewaard”, brengt de bisschop in herinnering. “Al was het tabernakel gloeiend heet geweest en stond alles in lichterlaaie, het sacrament van onze Heer was nog onaangetast in het kluisje van het tabernakel. Is het een wonder? Dat weet ik niet. Het is wel een teken, dat de Heer, in zijn sacrament aanwezig, dicht bij ons blijft. Ook als er momenten zijn van grote rampspoed, zoals het verliezen van een kerk door brand en verwoesting.”
De bisschop roept in zijn homilie op om een nieuw begin te maken, nu de kerk is gewijd en op zondagen weer de eucharistie kan worden gevierd. “Deze kerk maakt een nieuw begin door de vele inspanningen van u, door de kracht van het geloof en de liefde, van samenwerking en volhouden. Maar wat zou het goed zijn als ook velen van u een nieuw begin maken met hun kerkgang”, is zijn oproep. “Dat de Heer in dit huis opnieuw komt wonen, is een grote vreugde, maar het is ook de bedoeling dat wij ons hart openen, zodat Hij opnieuw ook met kracht en liefde in ons eigen hart aanwezig is.”
“Wat zou het goed zijn als de zorg die we hebben voor dit gebouw ook de zorg is voor ons eigen hart”, benadrukt de bisschop. Hij vraagt daartoe de voorspraak van Maria en roept alle kerkgangers op om ruimte te maken voor God zoals Hij ruimte maakt voor ons, om zich te laten voeden door het woord van God en wekelijks op zondag de eucharistie te vieren “waarin we Jezus’ lichaam en bloed ontvangen en waarin Hij net zo dicht bij ons is als bij de leerling van het eerste uur.”
De hele plechtigheid (zie onderaan deze pagina voor de onderdelen in de liturgie van de kerkwijding) duurt ruim twee uur. Karien van Velsen is coördinator van het BAB (Bisschoppelijk Adviesbureau Bouwzaken) en was intensief betrokken bij de herbouw met Richard Bot (diocesaan referent voor Kerk, Interieur en Kunst). De kerkwijding is de afronding van een lang en intensief proces, waarin veel en uitgebreid is gesproken over de voorwaarden waaronder tot herbouw kon worden overgegaan en later de bouw en inrichting.
Wat opvalt in het nieuwe kerkgebouw is het ruwe oppervlakte van de stenen muren. “De hele binnenzijde was door de brand zwartgeblakerd en de bovenste laag van de stenen kapot gesprongen. Alle stenen zijn één voor één nagelopen, om nog loshangende stukken te verwijderen en schoongemaakt”, legt ze uit.
“Het nieuwe kerkgebouw is anders ingericht dan het oorspronkelijk was. De ruimte is nu in twee delen gedeeld: een liturgisch deel en een deel voor nevenfunctie. Dat wil zeggen: een deel voor het samen vieren en een deel voor ontmoetingen. De kerk kan ook in zijn geheel als liturgische ruimte worden gebruikt.” Panelen ongeveer halverwege de kerk kunnen open en dicht om een afscheiding te vormen. “Zo kan het deel voor de nevenfunctie bij het liturgisch deel getrokken worden. Andersom kan het overigens niet. De liturgische ruimte is gereserveerd voor het vieren van de parochie. Je ziet dat terug in de kerk aan de wijdingskruisjes en ook aan de kruisweg. Deze zijn nu allemaal aangebracht in het liturgische deel van de kerk. Alleen dit gedeelte van de kerk is opnieuw gewijd.”
Zo zijn de twee delen in de kerkruimte duidelijk onderscheiden. Daarmee samen hangt ook de nieuwe ingang van de kerk. Deze is gemaakt rechts van de kerk aan de kant van de pastorie. “De oude ingang leidt nu naar het deel van de kerk dat is bestemd voor de nevenfunctie. De nieuwe ingang zorgt ervoor dat je daar niet doorheen hoeft als je voor een viering komt, maar dat je meteen in de liturgische ruimte binnenkomt.”
In de nieuwe kerk heeft liturgische kunst vanuit andere kerkgebouwen een nieuwe plek gekregen. Zo is er een Mariabeeld en een beeld van de heilige Antonius uit de Scheepjeskerk (Hazerswoude-Rijndijk). En bijvoorbeeld de Godslamp en kandelaren voor het altaar komen uit de H. Antoniuskerk in Leiden, zoals ook het processiekruis. Het orgel komt uit de opslag van de orgelbouwer, waar het door het bisdom werd opgeslagen, nadat het niet meer nodig was in de Blijdorpkerk (O.L.V. van de Rozenkrans - H. Albertus kerk in Rotterdam).
Er zijn ook nieuwe elementen in de kerk, zoals een groot medaillon van Maria halverwege de ruimte boven de scheidingswand, de scheidingswand zelf met -vanwege de naam van de kerk- de titels van Maria: Heilige moeder van God, Moeder van goede raad Troosteres van de bedroefden, Hulp van de christenen. Karien van Velsen: “Ook het liturgisch meubilair is nieuw. De vorm van het altaar, de ambo (lezenaar), de sedilia (zetels van de voorgangers en misdienaars) en onder meer de doopvont zijn ontworpen door de architect, Paul Rietbroek. Hij heeft daarbij goed gekeken naar de architectuur van het gebouw. Je ziet er vormen van het dak, van de houten spanten, in terug.”
De kerkwijding vond plaats in een plechtige eucharistieviering. De viering van de kerkwijding kent een aantal specifieke onderdelen.
Aan het eind van de eucharistie wordt het nieuwe tabernakel in gebruik genomen door na de communie-uitreiking de overgebleven hosties erin te plaatsen en te bewieroken, waarna de deuren van het tabernakel worden gesloten.
Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.