Op donderdag 9 maart vond een landelijke bijeenkomst plaats van Energie voor kerken. Bij het gezamenlijke inkoopcollectief voor kerken zijn ook veel katholieke parochies aangesloten. Ook uit het bisdom Rotterdam. Karien van Velsen, hoofd bisschoppelijk adviesbureau bouwzaken, nam deel aan de bijeenkomst die plaatsvond in Hoevelaken, met 100 mensen in de zaal en nog eens 400 mensen die de bijeenkomst online volgden via Teams. “Energie voor kerken is een initiatief van CIO-K. De K staat voor kerkgebouwen en CIO is het contact in overheidszaken. Daarbij zijn 28 christelijke kerken en twee Joodse gemeenschappen aangesloten”, vertelt ze.

“De commissie kerkelijke gebouwen van het CIO heeft op een gegeven moment het initiatief gestart om gezamenlijk energie te gaan inkopen. De uitvoering van dit project is in handen van energieadviesbureau Hellemans Consultancy. Die zet een vraag naar energie uit en zoekt daar een goede leverancier bij uit. CIO-kerken en kloosters kunnen via het collectief samen door het grotere inkoopvolume goedkoper energie inkopen. Samen sta je sterker in onderhandelingen en de gezamenlijke inkoop ontzorgt parochies ook.”

“Energie voor kerken is een manier om kwalitatief hoogwaardig centrale inkoop te regelen. Nee, dat wil niet zeggen dat het gas van een betere kwaliteit is. Het gaat om de manier van inkopen en de zorgvuldigheid waarmee dat gebeurt. De afgelopen jaren heeft Energie voor kerken een overeenkomst met Greenchoice, mede omdat zij 100% groene energie leveren. Er zijn verschillende aspecten waarop wordt gelet bij de inkoop. Duurzaamheid dus, maar natuurlijk ook een goede prijs en daarnaast zekerheid voor de langere termijn. Die zekerheid wordt bijvoorbeeld deels verkregen door zogeheten ‘futures’, waarbij je het recht zeker stelt om een bepaald percentage energie geleverd te krijgen in een toekomstig moment tegen een bepaalde prijs. Greenchoiche kan zo de prijzen ‘vastklikken’ op het meest gunstige moment.”

“Tijdens de bijeenkomst op 9 maart is bijgepraat over de roerige tijden op de energiemarkt”, vertelt Karien van Velsen. “Er leven vragen naar de betaalbaarheid van het verwarmen van de kerkgebouwen. Er is al veel moeite om de touwtjes aan elkaar te knopen. Parochies stellen de afdeling bouwzaken daarom veel vragen over energie en duurzaamheid. Duurzaamheid op zich is belangrijk, omdat we zorgvuldig om moeten gaan met de schepping en de natuurlijke hulpbronnen niet moeten verspillen. Daarnaast hangt duurzaamheid ook samen met betaalbaarheid. Die duurzaamheid is ook de betaalbaarheid.”

“Tegenwoordig wordt er bij nieuwe gebouwen gelet op de mate waarin ze energiezuinig zijn. Als je stookt, blijft de warmte in het gebouw. Bij de meeste kerkgebouwen werkt dat zo niet. De warmte gaat er gewoon heel gemakkelijk uit. En dat kost geld. Als je een kerkgebouw duurzaam wil maken, kan er heel veel in de bouwtechniek, maar bij kerkelijke gebouwen en zeker bij monumenten zijn er beperkingen en is het moeilijker om duurzaamheidsmaatregelen te treffen. Maar ook dan zijn er een aantal kleinschalige maatregelen die relatief eenvoudig te nemen zijn. Je kunt bijvoorbeeld leidingen isoleren, nadenken over je ventilatie en over kierdichting, zodat mensen minder op de tocht zitten en minder kou ervaren.”