Dienen
De sectie Dienen heeft als aandachtsveld de diaconie
De Pastorale Dienstverlening ondersteunt vrijwilligers en professionals die in of vanuit de Kerk actief zijn in het bisdom Rotterdam. De sectie Dienen ondersteunt parochies specifiek rond diaconie en missie. Diaconie betekent dienst, in het bijzonder dienst aan mensen in nood. Diaconie bestaat in veel gedaanten en vormen. Buiten de parochies in allerlei kerkelijke en maatschappelijke organisaties. Binnen de parochies in de spontane inzet van individuele gelovigen en groepen.
In het christelijk geloof zijn godsdienst en mensendienst nauw met elkaar verbonden. Onze God is een barmhartige God, die wil dat zijn mensen tot hun recht komen. Hij trekt zich het lot van mensen in nood aan en laat zich vinden in de "minsten der Mijnen" (Matteüs 25, 35-43). Maar Hij heeft ook onze handen nodig. Door om te zien naar mensen in nood, dienen we tegelijk Hem. Door de eeuwen heen hebben christenen zich afgevraagd, hoe ze dat het beste konden doen. Daaruit zijn de zeven werken van barmhartigheid ontstaan, zeven vormen van christelijke naastenliefde.
De zeven lichamelijke werken van barmhartigheid (Matteüs 25, 35-36) zijn:
Parochies zetten zich op tal van manieren in voor bestrijding van armoede:
Missie is communicatie van het Rijk Gods: meewerken aan een wereld die toekomst heeft. Alle kerkelijke activiteiten hebben een missionaire dimensie. Werkgroepen voor missie, ontwikkeling en vrede geven uiting aan de solidariteit met mensen en kerken in het Zuiden. Dat doen zij door:
Sommige parochies organiseren ook werkvakanties of uitwisselingsreizen voor jongeren rond een project in de Derde Wereld.
Al meer dan veertig jaar brengt de Duitse Vastenactie Misereor zogenaamde hongerdoeken uit. Ze worden opgehangen in kerken, scholen en parochiecentra en gebruikt in vieringen, bij sobere maaltijden en op bezinningsbijeenkomsten.
De hongerdoek gaat terug op een oud, middeleeuws gebruik. Tijdens de vastentijd werd toen een grote doek opgehangen tussen het priesterkoor en het schip van de kerk. Zo werd de gelovigen het zicht op het altaar ontnomen – een teken van boete. Dit vastengordijn kreeg in de volksmond de benaming hongerdoek. Aanvankelijk was het een eenvoudige linnen doek. In de loop der tijd werden de doeken versierd met voorstellingen uit het leven, lijden en sterven van Christus. Zo konden ze ook gebruikt worden in verkondiging en catechese. Deze traditie verdween langzaam na het Concilie van Trente (1545-1563).
“Een hongerdoek is een oefening in waarneming en een uitnodiging tot dialoog.”
Nelly Devilée uit Hazerswoude heeft eind jaren negentig een serie van zes schilderijen gemaakt voor een diaconale dag in het toenmalige dekenaat Het Groene Hart. Deze hangen nu in het bisdombureau. Parochies kunnen ze lenen voor een Diaconale Zondag of een tentoonstelling in het kader van een diaconaal project.
Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.